Tussentoets na Les 45

اختبار شامل للدروس السابقة - أربع أقسام مختلفة

قسم A: أسئلة مفتوحة
قسم B: اختيار من متعدد
قسم C: ملء الفراغات
قسم D: كلمات متضادة
تم الإجابة على 0 من 55 سؤال
0%
4 أقسام
غير محدد بوقت

قسم A

Geef antwoord
1
Welke sport doen Nederlandse jongens het meest?
تلميح: لعبة بالكرة
2
Welke taken hebben ouders naast het werk?
تلميح: رعاية الأطفال والمنزل
3
Op welke leeftijd moeten kinderen in Nederland naar school?
تلميح: رقم
4
Op welke leeftijd mogen ze al met school beginnen?
تلميح: رقم أصغر من السؤال السابق
5
Welke talen leren Nederlandse kinderen op school?
تلميح: لغة عالمية ولغات أوروبية أخرى
6
Hoe noem je het vak waarbij kinderen veel over het verleden leren?
تلميح: دراسة الماضي
7
Wanneer mag je stoppen met school?
تلميح: بعد الحصول على وثيقة التخرج
8
Waar kun je na de gewone school verder leren?
تلميح: مؤسسة تعليم عالي
9
Wat krijg je als je klaar bent met school?
تلميح: شهادة
10
Hoe kun je contact houden met familie in het buitenland?
تلميح: عبر الإنترنت أو الهاتف
11
Wat betekent 'gratis'?
تلميح: بدون دفع مال
12
Wat schrijf je onder een brief aan vrienden?
تلميح: تحية ختامية
13
Wat geven mensen soms als ze jarig zijn?
تلميح: للاحتفال
14
Wat zeg je in plaats van 'niet op tijd'?
تلميح: متأخر
15
Wat betekent 'iets fris'?
تلميح: مشروب بارد

قسم B

Trek een lijn naar het goede antwoord
1

Hoeveel broers en ______ heb jij?

2

Als je kinderen ______, verandert je leven.

3

Een gezin met kinderen is net een ______

4

Op school doen kinderen ook veel aan sport en ______

5

Kinderen zingen graag allerlei ______

6

Jong ______, oud gedaan.

7

Je ______ pas stoppen als je een diploma hebt.

8

Aan een universiteit kun je allerlei ______ kiezen.

9

Deze twee broers spelen in dezelfde ______

10

Als de wedstrijd vroeg ______, is het gras nog nat.

11

Wat lekker! Heb je dat zelf ______?

12

We gaan de stad in als we nieuwe ______ nodig hebben.

13

Als ik moet lezen, heb ik een ______ nodig.

14

Deze tas gebruikt hij voor zijn ______ boeken.

15

Hoe ______ het jou hier? Vind je het hier prettig?

16

Kun jij al een gesprek ______ met Nederlanders?

17

Als het warmer wordt, ______ de sneeuw.

18

Deze bloemen ______ erg lekker.

19

De ______ van het woord 'verschrikkelijk' is lastig.

20

Wij zien ______ drie keer per week.

قسم C

Vul het goede woord in
1
Haar zoon speelt piano, hij van muziek.
تلميح: يحب
2
Op zaterdag doet hij met zijn vrouw op de markt.
تلميح: شراء الأشياء
3
Op school leren kinderen over andere landen op
تلميح: خريطة كبيرة
4
De spelers krijgen en schreeuwen lelijke woorden naar elkaar.
تلميح: خلاف
5
Je kunt op verschillende contact houden met familie en vrienden.
تلميح: طرق
6
'Mailen' is post sturen per
تلميح: بريد إلكتروني
7
In dit boek staat op elke een foto van een bekend gebouw.
تلميح: ورقة في كتاب
8
Wil je iets drinken? Thee, koffie of liever fris?
تلميح: كلمة تعني 'شيء ما'
9
U wilt nieuwe schoenen? Welke hebt u? 42 of 43?
تلميح: قياس الحذاء
10
Als er een stevige staat, ga ik graag naar buiten.
تلميح: هواء متحرك

قسم D

Geef een tegenstelling
1
Heb jij een of een klein gezin?
تلميح: عكس 'صغير'
2
Wie gaat de kinderen en wie gaat hen halen?
تلميح: عكس 'يحضر'
3
Begint de school of laat?
تلميح: عكس 'متأخر'
4
Wat denk je: zullen we vandaag of verliezen?
تلميح: عكس 'يخسر'
5
Zo'n nieuwe taal leren, is dat of moeilijk?
تلميح: عكس 'صعب'
6
Gaat de bus om kwart of kwart over acht?
تلميح: عكس 'بعد'
7
Heeft zij nog dezelfde of heeft ze een baan?
تلميح: عكس 'نفس الشيء'
8
Onze vrienden wonen , haar vrienden wonen ver weg.
تلميح: عكس 'بعيد'
9
Leer je of zonder een boek?
تلميح: عكس 'بدون'
10
Ons niveau is , haar niveau is hoog.
تلميح: عكس 'مرتفع'

يجب الإجابة على سؤال واحد على الأقل لإنهاء الاختبار